Weet je nog, de eerste aankondiging van de anderhalve-meter-maatregel?
1-4-2022
Op de grond met markeringen aangegeven, terugdeinzende stappen en bij iedere nieuwe ontmoeting een ongemakkelijke benoeming van de ongemakkelijkheid dat je elkaar geen hand meer kan geven. Ellebogen, afstand houden en onzichtbare glimlachen achter mondkapjes. Het wende maar moeilijk, en het verbaast mij enigszins hoe snel we weer gewend zijn geraakt aan het terug-naar-normaal.
Fysiek contact is voor mij altijd een veelbesproken onderwerp geweest in de horeca. Ik ben verzot op de veelzeggende hand op iemands schouder, of knusse tenten waarin het onmogelijk is om niet rug-aan-rug te zitten met de mensen achter je. Waar de afstand ook een bepaalde vrijheid creëerde, ontstond er ook anonimiteit en afstandelijkheid. Er is nu weer meer ruimte voor non-verbale communicatie en daarmee verbondenheid.
De barretjes zitten weer hutjemutje vol, met barkrukken tegen elkaar aangeschoven. In theaters zijn er geen stoelen meer vrij, en in restaurants wordt weer Tetris gespeeld (wanneer je eigenlijk geen plaats meer hebt, en mensen aan de bar laat beginnen om ze later op de avond een tafeltje te bieden). Mensen durven weer naast elkaar, en handen raken zelfs af en toe weer andermans schouders aan!
Waar denkprocessen zich veelal onbewust afspelen, viel dit kwartje bij mij ook pas tijdens een gesprek met een gast. Wanneer is dit gebeurd? En zo snel al! Het ontwennen kost ons een stuk minder tijd en denkwerk. Op veel plekken worden ‘gewoon’ weer handen geschud, zonder dit te ongemakkelijk te benoemen. Felicitaties worden weer bezegeld met de drie zoenen, waarvan we massaal hebben gezegd blij te zijn dat die niet meer gegeven werden.
Het duurde zo’n twee jaar om iets aan te wennen, waar we slechts twee weken nodig hebben gehad weer te ontwennen. Wij mensen blijven verbazen. Ik ben blij dat het angstaanjagende nieuwe-normaal een leugen blijkt.
Mette Dijkstra