Jawel mevrouw, jawel meneer. Als autodidact in de horeca, valt het mij altijd enorm op wanneer horecapersoneel geleerd heeft hoe dingen ‘horen’. Beleefde knikjes, onoprechte glimlachjes, verkooppraatjes en opgedreunde zinnetjes. En je leest het: verkleinwoordjes. Personeel zou wat stouter mogen zijn, in een blend met oprechtheid. Dit is deel één.
1-12-2023
Met het overstappen van een drempel, is de sfeer vaak al bepaald. Word je gezien? Die eerste drie, allesbepalende, seconden gelden niet alleen voor sollicitatiegesprekken of de liefdeswereld. Ook bij het binnenstappen van een restaurant of café vel je als gast, ongemerkt, zo snel al een oordeel. Blijf je ongezien? Dan zit je waarschijnlijk een groot deel van je bezoek onrustig op je stoel.
We gaan er in dit geval vanuit dat je hartelijk verwelkomd bent, en de gastvrouw (of -heer) een goede dag heeft. Hoe word je als gast aangesproken zodra je aan tafel zit? Er zijn verschillende varianten. En al die varianten (kunnen) eveneens bepalend zijn voor de voortzetting.
1. ‘Goedemiddag, welkom bij ons restaurant (vul naam in), mijn naam is (vul naam in) en ik mag vanmiddag uw gastvrouw zijn. Kan ik u wellicht verblijden met een bubbel van ‘t huis?’
Formeel gezien is er met deze zin niets mis. Je wordt welkom geheten, en het kennen van een naam doet persoonlijk aan. En bubbels om mee te beginnen is natuurlijk nooit mis. Toch staan mijn nekharen rechtovereind bij zo’n ontvangst. Dat zit ‘m juist in de formaliteit: deze zin wordt aan iedere tafel herhaald. Het enthousiasme voelt gemaakt.
De laatste zin is er eentje waardoor ik verander in een vervelende gast. Een drankje van het huis? Als die maar niet op de rekening verschijnt. Pas op met multi-interpretabele zinsconstructies.
2. ‘Goedemiddag, welkom. Leuk dat u er bent. Wat willen we drinken?’
Deze begint fantastisch: er wordt contact gemaakt en álle gasten vinden het leuk om te horen dat ze gewenst zijn. Maar dan komt de meest veelvoorkomende en intuïtief geaccepteerde zin: wat willen we drinken? Gezellig, schuift de gastvrouw aan bij het eerste drankje? Of moet je nu raden waar zij dorst in heeft?
3. ‘Had ik u iets te drinken kunnen brengen?’
Dit is een horeca-ergernis van cabaretier Theo Maassen. En gelijk heeft hij. Hier gaat alles mis. Begin met gedag zeggen, en bied alsjeblieft iets aan in de toekomst, niet uit het verleden.
In alle gevallen is het aan u/jou om de gastvrouw/-heer bij jou/u aan tafel een beetje te helpen. Geef aan wat u/jij wilt (stelt u het op prijs om getutoyeerd te worden?). Doorbreek ongemakkelijke formaliteiten door gevat te reageren op drankjes van het huis die aangeboden worden. En nodig in geval van nummer 2. de gastvrouw uit aan tafel. Bij geval 3. zou ik maken dat u wegkomt.
Mette Dijkstra